Abe Kuipers

Abe Kuipers (1918-2016) was een van de belangrijkste grafisch ontwerpers die Groningen heeft voortgebracht. In dat vak was hij autodidact. Hij studeerde in 1940 als kunstenaar af aan de Kunstnijverheidsschool, voorloper van Academie Minerva. Maar zijn brede kennis van typografie en boekverzorging deed hij pas na de oorlog op, in de Universiteitsbibliotheek.

Abe Kuipers in zijn werkkamer, 1972

Creatieve duizendpoot
Abe Kuipers wordt op 29 september1918 geboren in Rotterdam. 5 maanden later sterft zijn vader aan de beruchte Spaanse griep. Zijn moeder verhuist met haar beide zonen, Reinold en Abe terug naar Groningen, waar ze vandaan kwamen. In 1932 begint Abe aan de Handels-HBS waar hij onder andere ook tekenles krijgt. Via tentoonstellingen raakt hij onder de indruk van kunstenaars van De Ploeg. Hij gaat schilderen. In 1937 kiest hij voor een opleiding op de Kunstnijverheidsschool, de voorloper van Kunstacademie Minerva. Daar maakt hij kennis met allerlei vormen van kunst, maar ook met het vak reclame, gegeven door kunstenaars. Er zijn geen lessen in grafische vormgeving of typografie. Letters voor bijvoorbeeld affiches worden nagetekend van voorbeelden uit mappen. In 1940 doet hij eindexamen, 2 maanden na het begin van de Duitse bezetting.

“Ik wist helemaal niet wat er aan letters bestond. Daar had ik op de Academie geen flauw benul van gekregen.” – Abe Kuipers

Abe op de Handels-HBS, ca. 1934

Abe in zijn schildersatelier in Donderen, 1963.
Foto Bart de Vries

De bezettingstijd
Kuipers zoekt werk in een verwarrende tijd. Hoewel hij mooie kritieken op zijn kunst krijgt ligt een toereikend inkomen daarmee niet voor de hand. Zijn vier jaar oudere broer Reinold, die in Groningen bij drukkerij Hoitsema had gewerkt vertrok in 1936 naar Amsterdam. In 1939 verscheen diens eerste dichtbundel. Door hem kent Abe iets van de drukkerswereld. Hij solliciteert bij reclamebureau Drexhage & De Zee in Groningen en wordt er ingewerkt als ontwerper, vooral van advertenties.

De broers onderhouden een briefwisseling. Reinold schrijft via Abe teksten voor Drexhage. Abe op zijn beurt krijgt door Reinold een aantal opdrachten voor het ontwerpen van drukwerk. Om tewerkstelling in Duitsland te ontlopen vertrekt Abe Kuipers in 1943 naar de Noordoostpolder om er sloten te graven, werk dat de Duitsers goedkeurden als zijnde ook van belang voor Duitsland. Als het er te gevaarlijk wordt door razzia’s fietst hij naar Groningen terug om daar onder te duiken tot het einde van de oorlog.

Clandestien werk
Weer in Groningen probeert Kuipers langs slinkse wegen toch te werken. Een jaargenoot biedt hem perenhout aan, mooi om houtsneden van te maken. Op de Kunstnijverheidsschool heeft Abe kennis gemaakt met de Duitse expressionisten. Hij gebruikt het hout voor illustraties bij een boekje dat hij zelf samenstelt en vormgeeft: ‘Grönneger Laidjes’. De eerste 100 genummerde exemplaren zijn gedrukt bij Hendrik Werkman en verschenen bij Abes prille uitgeverij De Vuurslag.

Stad Grönnen, blad uit map Grönneger Laidjes. Ontwerp en handgekleurde houtsneden Abe Kuipers, 1944

Blad uit map Slingerpaden, gedichten Hendrik de Vries. Ontwerp en handgekleurde houtsneden Abe Kuipers, 1945

Houtsnede uit Tristan Derème: Welke roos…, bewerking Reinold Kuipers. Ontwerp en houtsnede Abe Kuipers, 1945

Drukkerij de Waal drukt daarna ook verschillende clandestiene uitgaven voor hem. Abe ziet daar voor het eerst letterproeven. Een openbaring. “De zetters hielpen mij als totaal onkundige ontwerper bij de keuze.” Hij ontwerpt en illustreert onder andere de gedichten-bundel ‘Slingerpaden’ van buurman dichter Hendrik de Vries en ‘Rijmprenten’ van Reinold. “Bij gebrek aan papier ging ik in spertijd naar de door mij bewonderde Hendrik Werkman in zijn werkplaats aan de Lage der A. Hij kon mij niet meteen helpen, ik moest in het voorjaar maar terugkomen. Toch wordt er de volgende dag door een papiergroothandel een pak papier bij mij op de stoep gezet.” Werkman is op 10 april 1945 door de Duitsers gefusilleerd. Op 16 april 1945 wordt Groningen bevrijd en maakt Abe samen met Max Dendermonde de rijmprent ‘Groningen bevrijd’.

Studie in de UB
Direct na de bevrijding gaat Abe Kuipers voor halve dagen terug naar Drexhage & De Zee. Maar het bevalt hem niet meer. Hij wil zich liever bezighouden met vormgeving van boeken. Hij richt zich op freelance opdrachten en produceert eigen uitgaven. Dan kan hij docent worden aan de Grafische School in Groningen, een opleiding van een dag per week voor zetters en drukkers. Hij zegt de reclame vaarwel.

Alle kennis van het schrift vanaf zijn oorsprong tot aan de typografie en de drukkunst heeft Abe Kuipers opgedaan in de eerste vijf jaren na de oorlog, in de Universiteitsbibliotheek. Daar blijkt een ongelooflijke collectie te zijn. Je kunt er zelfs incunabelen bekijken. Abe is gegrepen. Hij wordt een groot verzamelaar van voorbeelden en reist naar musea om originelen te zien.

Zestig eeuwen ABC
Over wat hij in die periode bestudeert en wat hij verzamelt verzorgt Abe Kuipers in 1951 de expositie ‘Zestig Eeuwen ABC’ in de Prinsenhof Groningen. Het sluitstuk was de moderne typografie van die tijd. Als lid van de GKf, voorloper van de BNO kende hij daarvan een aantal ontwerpers. Hij haalde zo onder andere werk van Sandberg en Treumann naar de expositie. Johan Dijkstra schreef in de krant: “Een tentoonstelling die diep op de geschiedenis in gaat. Door het naast elkaar stellen van fragmenten boektekst, illustraties en andere uitingen uit een bepaalde periode, is hier ontzaglijk veel interessants op te merken en te leren.”

Opschrift, op schrift, auteur en ontwerper Abe Kuipers, uitgave Wolters-Noordhoff, 1968

Documentatie erover is helaas verloren gegaan. Wel heeft Abe Kuipers over zijn studie een boek geschreven ‘opschrift, op schrift, van egyptische schrijvers tot drukkers van nu’. Het is in 1968 uitgegeven bij Wolters-Noordhoff. Over hoe hij zichzelf zag als typograaf zegt hij later: “Collega typografen, zoals bijvoorbeeld Susanne Heynemann, Karel Treebus of Otto Treumann zijn vanuit de typografie tot de grafische vormgeving gekomen. Zij hebben het vak vanaf de bodem geleerd en ik heb het grootste respect voor hun werk. Ik heb mij vanuit de vrije kunst tot grafisch vormgever ontwikkeld. Een typograaf kiest bijvoorbeeld een letter vanwege de schoonheid daarvan. Ik benader een pagina als een totaalbeeld en pas daar de keuze van de letter
op aan.”

Affiche Groninger Museum, 1956

Affiche Groninger Museum, 1957

Affiche Harmonie Groningen, 1957

Affiche Deense beeldhouwkunst, Stadspark Groningen, 1957

Affiche Groninger Museum, 1966

Affiche Universiteitsmuseum voor de opening van het Volkenkundig Museum, Groningen, 1978

Groninger Museum
Tegelijkertijd ontwikkelt Abe Kuipers zich verder als kunstenaar. Hij exposeert veel en wordt door de Jury van de Koninklijke Subsidie voor de Vrije Schilderkunst geselecteerd om mee te doen aan tentoonstellingen in zo’n 20 plaatsen in Nederland, onder de naam ‘Start’. Hij krijgt goede kritieken onder andere in Het Parool en Het Vrije Volk. Abe valt op als Groninger expressionist.  In 1948 heeft hij zijn eerste solotentoonstelling in de Mangelgang in Groningen. Hij wordt aangenomen bij ‘De Ploeg’, maar kiest voor groepen die zich afzetten tegen de behoudende koers daarvan: ‘Het Narrenschip’ en later de groep ‘Nu’. Kuipers neemt er ook het grafische werk voor zijn rekening. En zo komen voor Abe zijn kunst en toegepaste kunst bij elkaar.

Raambiljet Kunstenaarsgroep ‘Nu’, Galerie Pictura, Groningen, 1965

Raambiljet Joseph Beuys, Groninger Museum, 1970

Raambiljet 300 jaar Groningens ontzet 1672-1972, Gemeente Groningen, 1972

In 1955 wordt Jos de Gruyter de nieuwe directeur van het Groninger Museum. De Haagse journalist en kunstcriticus moet het museum een nieuw elan geven. De Gruyter vraagt Abe Kuipers voor de vormgeving van het drukwerk, briefpapier, affiches en catalogi. Later komt daar ook de inrichting van tentoonstellingen bij. In 1960 maakt De Gruyter met de groep ‘Nu’ een tentoonstelling. Abe Kuipers blijft tot 1978 de ontwerper van het museum, ook onder de opvolger van De Gruyter, Bram Westers. “Mijn werk voor het Groninger Museum heeft mij opdrachten gebracht vanuit de stad en de provincie. Maar het kwam ook omdat ik met mijn vrije en toegepaste werk steeds meer in de openbaarheid trad.”

Catalogus Aanwinsten 1955-1960, Groninger Museum, 1960

Catalogus Josef Israëls, Groninger Museum, 1961

Catalogus Aanwinsten uit het Stedelijk, Groninger Museum, 1968

Catalogus 400 jaar toneel in Groningen , Groninger Museum, 1973-1974

Groningen, weet je nog… Samenstelling en vormgeving Abe Kuipers, 1980

Groninger Museum Bouwt, deel 1, ca. 1978

Affiche Deense kunstnijverheid, Groninger Museum, 1968

Jaarverslag Groninger Museum, 1969

Veelzijdigheid
In de zestiger jaren komen al Abes kwaliteiten bij elkaar. Het vrije werk, de grafische vormgeving, het docentschap en werk voor de openbare ruimte. Het is een drukke, productieve tijd, hij krijgt steeds meer opdrachten. Maar blijft ook vrij werken. Abe ontmoet Tanja van der Wal bij drukkerij Erven van der Kamp, een opdrachtgever. Ze trouwen en krijgen twee zonen, Reinold en Auke. In 1962 ruilt hij zijn docentschap bij de Grafische School in voor dat van docent typografie en boekverzorging bij de AKI in Enschede. Dat betekent extra reistijd en een overnachting daar. Maar ook een inspirerende wereld erbij, terwijl het werk in Groningen zich uitbreidt. “Ik wilde onafhankelijk zijn en kunnen voorzien in mijn eigen bestaan. Ik was vormgever, docent en vrij kunstenaar. Dat moest ik voortdurend op elkaar inpassen. Dat lukte door heel zorgvuldig te werken.”

Landbouwkundig onderzoek noordelijk Groningen, 1962

Groninger Pootaardappel- en
Zaaizaadverkoopbureau NV, ca. 1962

De toekomst is reeds begonnen. Uitgever onbekend, ca. 1965

Van der Wal, Welt zwischen gestern und morgen, Wolters, 1967

Beeld en Route, catalogus van 200 beelden van 63 kunstenaars van moderne beeld-houwkunst, te zien langs de openbare weg, vanaf Stad tot ver in Oost-Groningen, 1967

Uitgave over Schakel onderwijs-bedrijf,
1971

300 jaar Groningens ontzet, 1672-1972, beeldmerk, 1972

Abe Kuipers: Letters, A. van der Veen Oomkens, een Groninger Lettergieterij in de negentiende eeuw, uitgave J. Niemeijer, 1987

Huisstijl grafisch bedrijf Erven B. van der Kamp rekening, 1987

Lètteretèt
In mei 1971 organiseert Abe Kuipers in Groningen het door de gemeente gesubsidieerde project ‘Lètteretèt’, om de letter op een bijzondere manier binnen het gezichtsveld van het grote publiek te brengen. Het begint met de verspreiding van het affiche ‘Letters’ in de stad, voor etalages, op reclameborden, in scholen en in bibliotheken. Van iedere letter wordt de oorsprong verbeeld. Gedurende de maand waren er tal van activiteiten. Zo zijn er prijzen voor foto’s van de interessantste letter in de stad. Op de Multatulischool ontwerpen de leraren een stramien, dat door de leerlingen wordt ingevuld. Pas vanuit de verte wordt duidelijk dat het een grote M is.

Op 12 mei gaan ‘s avonds tussen 8 en half 10 in de ramen van een verzorgingsflat langzaam de lichten aan tot er een grote verlichte B te zien is. De keuze voor de B is omdat deze is afgeleid van het Foenisische teken voor tent of huis. Het Sociologisch Instituut van de RUG houdt een enquête naar de kennis van willekeurige Groningers over letters en de psychologische betekenis van de letters G, A, B, K, U en S. De B komt daarin over als de minst dynamische van de groep.

Opbouw letter B in verlichte ramen, 1971

De oorsprong van de A, het teken voor koeienkop, aleph in het Foenisisch. Foto detail uit nieuwjaarswens, 1971

“Het gaat er helemaal niet om te laten zien dat je met verlichte ramen van een flatgebouw een letter kunt vormen. Het gaat er alleen maar om de bevolking met de letters van het Alfabet te confronteren. De verlichte letter B die ik in de flat van Patrimonium wilde aanbrengen is gewoon een onderdeel van het Lètteretèt project. Het grappige van de B is namelijk dat deze letter oorspronkelijk het teken was voor huis, waarbij de beide bogen van de B de welvingen voorstellen van een Bedoeïenen tent in Foenicië, de bakermat van het tegenwoordige schrift.” – Abe Kuipers in Nieuwsblad van het Noorden, 7 april 1971. (Reactie op discussies over het project.)

Affiche Letters, project Lètteretèt, zeefdruk, verspreid in Groningen. Project over het ontstaan van ons alfabet. Idee en uitvoering Abe Kuipers, 1971

Detail B uit affiche Letters, 1971

Omslag eindverslag project Lètteretèt, 1971

In de gemeenteraad ontstaat bij de toekenning van de subsidie een discussie of het verantwoord is om met financiële steun van de overheid de bewoners van een verzorgingsflat in hun rust en privacy te storen. Abe Kuipers had zich geen betere start kunnen wensen. Hij legt het project vast in een bijzonder eindverslag getiteld: ‘rood groen blauw geel’. De prent ‘Letters’ wordt in 1972 geselecteerd voor de IVe Internationale Biënnale van het Affiche in Warschau.

De openbare ruimte
De aandacht die het werk van Kuipers krijgt resulteert in 1973 in een opdracht van de provincie Groningen om de bouw van een nieuwe uitbreiding van de provinciale diensten artistiek te begeleiden. Op zijn advies worden ook fotograaf John Stoel en kunstenaar Drewes de Wit hierbij betrokken. De samenwerking duurde 3 jaar. Hij raadt aan om de kleur van de kantoorkolos niet wit/grijs, maar zwart te maken, met rode, groene en blauwe accenten. Dat levert gemengde reacties op in de stad.

Bewegwijzering in de nieuwe bibliotheek, 1975

Detail Provinciale Dienstengebouw Groningen, 1976

Aankondiging concerten in muziekgebouw De Oosterpoort, 1975

Tegelijkertijd lopen er opdrachten van de nieuw aangelegde Eemshaven en het nieuwe cultuurcentrum De Oosterpoort. In 1975 wordt Abe adviseur voor de openbare bibliotheek, die gaat verhuizen. Naast ontwerpen voor drukwerk en allerlei ander materiaal moet er ook een bewegwijzering komen voor het fel omstreden verkeerscirculatieplan in de stad. Ook dat levert weer veel discussies op, zowel in de stad als in het land. “In 1977 vroeg wethouder Jacques Wallage mij daarvoor. Dan word je ineens onderdeel van een stedelijk proces. De verwevenheid van mijn vrije en toegepaste werk gaf mij de voldoening van het maatschappelijk relevant bezig zijn.”

Verkeersbord voor de introductie van het Groninger Verkeerscirculatieplan, 1977

“Onze stad heeft als een van de eerste Europese steden voorrang verleend aan de kwaliteit van de leefomgeving en heeft daarmee de grondslag gelegd voor die hoogwaardige binnenstad, die nu alom erkenning heeft verkregen. De bewegwijzering van Abe Kuipers daarbij is glashelder.”Jacques Wallage, wethouder Groningen 1977

Vrij werk
Midden jaren ‘60 maakt Kuipers experimentele films van collages, waarvan ‘Collage Enfin’ wordt bekroond. Hij maakt pop-art-achtige zeefdrukken en experimenteert met nieuwe etstechnieken.
Hij concentreert zich op semi-abstracte kunst, vooral in zwart-wit. In 1970 houdt het Groninger Museum een solotentoonstelling van zijn nieuwste grafiek en uitstulpende objecten van kunststof en metaal die hiervan een driedimensionaal uitvloeisel zijn. Over de verhouding tussen opdrachten en vrij werk zegt hij in een artikel in Het Parool van 1 december 1977: “Ik heb mij altijd in zoveel dingen opgedeeld”. Op 17 december drukt Het Parool het affiche ‘Letters’ af over een hele pagina.

Nieuwjaarswens van Abe en Tanja Kuipers, 1965

Wolters-Noordhoff
Een andere belangrijke opdrachtgever is de schoolboekenuitgeverij Wolters-Noordhoff. Kuipers’ werk daarvoor is onorthodox. “Mijn vormgeving komt voort uit het onderwerp en het contact met de auteurs. Zij willen de leerlingen iets overbrengen. Dat hoefde uiteindelijk ook niet meer op een traditioneel schoolboek te lijken. De verantwoordelijke uitgever gaat daar ver in mee. ‘hebben en zijn’ is een van de duidelijkste voorbeelden. Het boekje is mijn visie op de tijdgeest van de jaren ‘70. Ik heb in de vormgeving letters, corpsen, afbeeldingen, alles aan de hand van de inhoud gekozen. Een leerling van de AKI, Jan Verburg, heeft er tekeningen bij gemaakt. Het is bij de 50 beste boeken gekozen. Het boek ‘inleiding tot de natuurkunde’ heeft van deze werkwijze niets. Daar heb ik een basislayout voor gemaakt voor de typografie, die ook door anderen kon worden uitgewerkt. Ik zou er niet over piekeren om van natuurkunde een soort avontuur te maken. Ook al omdat ik weet dat Wolters er dan nooit een boek van zou verkopen. Ook dit boek kwam bij de 50 beste en is in Leipzig bekroond.”

Wim Langeveld: Hebben en Zijn, Wolters-Noordhoff, 1970

Klompenhouwer en Van der Straaten: Inleiding tot de natuurkunde, Wolters-Noordhoff, 1968

Groenendijk – Van der Linde:
Fundamentele natuurkunde 1,
Wolters-Noordhoff, 1968

AKI
In 1962 solliciteert Abe Kuipers op een advertentie voor een docent boekverzorging bij de AKI. Deze Academie heeft daarvoor als enige in Nederland een opleiding. Alles wat Abe in de afgelopen jaren heeft geleerd, verzameld en bestudeerd is uniek. Hoewel Abe geen onderwijsakte heeft, neemt de AKI hem aan als eerstegraads docent. Het vak wordt later onderdeel van grafische vormgeving. Hij stapt in de lessen van zijn voorganger, maar probeert er tegelijkertijd zijn eigen stempel op te drukken: vrijheid in gebondenheid.

Excursie naar Londen met Abe Kuipers en Wim van Stek, 1966

Beoordeling examenwerk door examencommissie, 1967

De jaren ‘70 brengen een belangrijke mentaliteitsverandering, ook op de AKI. Kuipers is er gelukkig mee. Het heeft invloed op zijn contact met studenten, ze gaan bijzondere initiatieven tonen. Het maakt een einde aan het schoolse systeem dat nog enigszins aan de academie kleeft. Studenten van andere disciplines lopen gemakkelijk binnen. De studenten gaan vaker thuis werken, maar ze werken ook samen aan projecten. Kuipers’ band met de leerlingen wordt hechter. Hij geniet van ‘al’ wat die vrijheid aan creativiteit brengt. “Pluriform en niet uniform, alleen al om het pak niet” was zijn motto.

Tot zijn afscheid in 1981 heeft Abe Kuipers met zijn kennis en inzichten vele leerlingen geïnspireerd. Hij nam ze mee op een reis door de tijd over communicatie via geschreven en gezette tekst. Hij ontwikkelde zichzelf als schilder, beeldhouwer, graficus, filmer, toegepast kunstenaar, typograaf en grafisch ontwerper. Kuipers past niet in een hokje. Daarmee heeft hij vele ontwerpers geleerd grenzen te overstijgen en opende een waardevolle wereld voor hen.

Bij zijn afscheid van de AKI werd Abe een voorstelling, getiteld: ‘Last night at Memphis‘ aangeboden. De eenmalige uitvoering, compleet met CanCandanseressen en studenten van de AKI die diverse rollen speelden, waaronder die van Abe, vond plaats in theater Concordia. Memphis was het hotel waar Abe Kuipers overnachtte wanneer hij in Enschede verbleef.

De emaillen panelen, die Abe Kuipers in 1976 voor het Provinciale Dienstengebouw maakte, zijn in 1997 verhuisd naar het nieuwe Provinciehuis in Groningen, waar hij ze bij de opening weerziet. Foto Jur Bosboom

Auke Kuipers en Stijn Hooijer:
Abe Kuipers, Profiel, 2011.
Vormgeving Abe Kuipers

Werkmanprijs en daarna
In 1981 ontvangt Abe Kuipers de H.N. Werkmanprijs 1980 voor zijn gehele oeuvre. De jury noemt niet alleen zijn veelzijdigheid, maar eveneens zijn betekenis voor het vakonderwijs. Abe stopt na de AKI ook met opdrachten en gaat zich de komende 30 jaar volledig wijden aan zijn vrije kunst. Letters en teksten blijven een rol spelen in zijn grote olieverfschilderijen, grafiek en pastels.

In 2000 is er bij boekhandel Godert Walter in Groningen de tentoonstelling ‘Keuze uit zestig jaar grafisch ontwerpen/vormgeven’. In alle opzichten museumwaardig, volgens Han Steenbruggen.

De Stichting Beeldlijn maakt in 2007, onder regie van Buddy Hermans, de documentaire ‘Het innerlijke reservoir’ over hem. Tegelijkertijd zijn in het Prentenkabinet van het Groninger Museum 20 grote pastels tentoongesteld. De gemeente Groningen doet voor de stadhuiscollectie een aanzienlijke aankoop van zijn werk uit verschillende perioden.

Bij uitgeverij Profiel verschijnt in 2011 de door hemzelf vormgegeven monografie ‘abekuipers’, van de hand van Auke Kuipers en Stijn Hooijer.

Als laatste stelt het Groninger Museum in 2014-2015 een zestal van zijn grote schilderijen tentoon.

In 2015 wordt Abe, dan 96 jaar, ontroerend geïnterviewd door oud-student Irma Boom voor de documentaire ‘Boom maakt boek’. Deze film van Lex Reitsma verscheen in 2018, na Abes dood.

Abe Kuipers overlijdt op 11 augustus 2016. In de Volkskrant van 7 september 2016 noemt Peter de Waard hem in een necrologie een creatieve duizendpoot die een enorme collectie achterlaat van vele soorten werk.


Abe Kuipers
geboren op 29 September 1918, Rotterdam
overleden op 11 August 2016, Groningen


Auteur: Ans van Genderen, 2022
Eindredactie
: Sybrand Zijlstra
Portret foto: Aatjan Renders