Henk Cornelissen

Voor veel ontwerpers zal het klinken als een mooie carrière: jarenlang werken vanuit huis, een eigen ontwerpbureau beginnen en vervolgens naar Amerika emigreren om bij de grootste studio’s in New York, Los Angeles en San Francisco op leidende posities terecht te komen. Bij Henk Cornelissen ging het precies andersom: van groot naar klein, van panorama naar close-up, van Sunset Boulevard naar een zolder in Breda. Het doorzoeken van zijn archief is als een flashback in slow-motion. “Als voorbereiding op het gesprek voor deze publicatie trok ik oude dozen, werkmappen en ladekasten open. Mijn hele tachtigjarige leven kwam weer voorbij!”

Henk Cornelissen 1991, foto Jeske van der Poel

Ginneken en Bavel, Breda, Huijbergen
Henk Cornelissen wordt op 27 augustus 1941 als middelste van drie zoons geboren in Ginneken en Bavel. Zijn moeder blijft alleen achter met drie kleine kinderen als  zijn vader in augustus 1944 overlijdt; volgens zijn moeder verdronken in de rivier De Mark. Hoewel hij toen amper drie jaar oud was, heeft Henk nog levendige visuele herinneringen aan zijn vader. Hij herinnert zich scherp dat hij op zijn vaders knie zat en dat die hem tekeningen van een huis liet zien.

Na het overlijden van haar echtgenoot wil zijn moeder geen aalmoezen aannemen van de kerk en gaat werken. Enkele jaren later hertrouwt zij met een man die als enige van zijn familie de Spaanse griep uit 1918 heeft overleefd. Als weeskind was deze bij de nonnen en broeders van het Willibrordusgesticht in Breda terechtgekomen. Ervaring met een gezinsleven had hij eigenlijk niet. De opvoeding van de kinderen laat hij aan Henks moeder over.

In 1948 verhuist het gezin naar een nieuw huis in een arbeidersbuurt in Breda. Al op de lagere school blijkt dat Henk goed kan tekenen. Hij herinnert zich dat in de zesde klas een tekening die hij maakte van het nieuwe Super Constellation vliegtuig veertien dagen lang op het schoolbord bleef staan.

Na de lagere school volgt het internaat bij de broeders van Huijbergen; eerst MULO en daarna kweekschool. Het is een goede opleiding, waar naast de studie veel aandacht is voor sport. Terwijl veel jongens last hebben van heimwee, vindt Henk het er geweldig. “Ik had het prima naar mijn zin daar in Huijbergen. Fantastisch. Een loner was ik. In mijn eentje door de bossen. Ik ging niet naast de broeders lopen zoals veel van die jongens deden. Ik liep alleen.”

St. Joost 1
Op de PABO in Breda komt Henk erachter dat hij kunstenaar wil worden en meldt zich aan bij Academie St. Joost. Het eerste jaar zit hij op de avondschool. Vanwege de goede resultaten stapt hij na een jaar avondschool over naar de dagopleiding en  twijfelt aanvankelijk tussen de afdelingen vrije kunst en beeldhouwen. “Ik wist niet eens dat grafische vormgeving bestond!” Hij is al aangenomen op de vrije richting, als Jan Begeer, een nieuwe docent, hem vertelt wat er allemaal kan op de afdeling publiciteit: grafisch ontwerpen, typografische vormgeving, ruimtelijk ontwerpen, fotografie, illustratie. “Dat is het!” denkt Henk. “Ik hoef niet te kiezen, ik kan alles nog doen.”

Hij voelt zich op zijn plek op de afdeling publiciteit, die later grafische vormgeving zou gaan heten. “Ik wist niet eens dat grafische vormgeving bestond!” zegt Henk nu. Nog altijd spreekt hij met waardering over zijn docenten van toen. “Jan Begeer was stimulerend, Chris Brand leerde je kijken en Wim Smits vond alles ‘fenomenaal’.” De afdeling biedt ook een blik op de wereld buiten de academie en organiseert excursies naar bijvoorbeeld Steendrukkerij de Jong en Co. in Hilversum en tentoonstellingen in het Stedelijk Museum in Amsterdam, zoals ‘Bewogen Beweging’ en ‘Dylaby’.

Henk in een interview uit 2008: ”De visuele wereld waarin ik bewust opgroeide, was die waarin de conceptuele kunst – een gedachtegang ontwikkelen en daar de consequenties van doorzien – en de minimal art – het terugbrengen van iets tot de essentie – opgang deden.”

In 1963 krijgt Henk Cornelissen de St. Joost Penning uitgereikt als beste afstudeerder van dat jaar. Aan de prijs is een geldbedrag verbonden voor het maken van een buitenlandse reis. Een prachtig perpectief, maar eerst is er de verplichte militaire dienst. Hij wordt geselecteerd voor de School Reserve Officieren der Infanterie in Ermelo. Na de opleiding wordt hij pelotonscommandant bij de geneeskundige troepen in Amersfoort. De laatste maanden van zijn diensttijd als hoofd van de sectie Voorlichting in La Courtine, Frankrijk maakt hij met zijn eigen team elke week een krant. Hij stapt voor het eerst van zijn leven in een vliegtuig, bezoekt de grotten van Lascaux en vele wijnfeesten.

Dan wordt hij naar huis teruggeroepen vanwege een ongeval van zijn stiefvader. Ondanks het feit dat dienstplichtigen in de rang van tweede luitenant goed worden betaald, is Henk blij dat hij het leger kan verlaten. Het is niet zijn wereld.

Hij wil naar Amerika.

New York, Los Angeles, San Francisco
Met behulp van tijdschriften in de bibliotheek van het Stedelijk Museum maakt hij een lijst van jonge interessante ontwerpers in New York. Het is midden jaren zestig niet eenvoudig met hen in contact te komen. Henk krijgt hulp van Chris Brand die hem het adres geeft van Aaron Burns, directeur van het International Center for Typographic Arts. Burns reageert positief op de brief en de dia’s die Henk stuurt en laat weten dat hij bereid is voor hem garant te staan. Door de aangeboden papieren baan is Henk in staat de felbegeerde ‘green card’ te bemachtigen.

Overzicht van opdrachten gemaakt in Amerika, 1965-1971

Op 30 september 1965 komt hij aan in New York City, bezoekt de ontwerpers die op zijn lijstje staan en krijgt meerdere ‘job offers’, o.a. van Milton Glaser en Herb Lubalin. Om zo snel mogelijk het Engelse vakjargon onder de knie te krijgen en te ontdekken hoe het eraan toegaat in de ontwerppraktijk wordt Henk persoonlijk assistent van Neil Fujita, een Japans-Amerikaans ontwerper van boekomslagen (o.a. In Cold Blood van Truman Capote), verpakkingen en jaarverslagen. Hij blijft er anderhalf jaar en leert hoe de Amerikaanse studio’s werken.

Boekomslag Libel

Boekomslag The Secret

Al na een maand in New York ontmoeten Henk en Machteld (of Mac zoals Henk haar noemt) elkaar op Washington Square. Hun ogen hadden elkaar al eens gekruist op de Academie St. Joost en later op het Amerikaanse consulaat bij de visumaanvragen, maar van contact was daarbij geen sprake geweest. Op deze middag in Greenwich Village raken ze aan de praat en worden bevriend. Als Machteld weer terug is in Nederland wordt ze op haar verjaardag gebeld door Henk, die haar in een anderhalf uur durend telefoongesprek vertelt dat hij haar mist en dat hij graag zou willen dat ze terugkomt naar New York. Na het huwelijk van zijn beste vriend Peter vliegt Henk in december van dat jaar vanuit Nederland weer naar Amerika.

Machteld zit naast hem.

Een paar maanden later vraagt hij haar in de Subway op weg naar de Cyclone achtbaan op Coney Island ten huwelijk. Ze trouwen op Bevrijdingsdag (5 mei) en Neil Fujita is ‘best man’. Van 33rd Street bij het Empire State Building verhuizen ze naar East 3rd Street in de buurt van St. Marks Place en Tompkins Square. Een levendige buurt met de rocktempel Fillmore East en het jazzcafé Slugs om de hoek. Ze zien er baanbrekende rockbands en veel vooruitstrevende jazzartiesten.

Inmiddels is Henk als ontwerper gevraagd bij Sandgren & Murtha, een groot bureau gespecialiseerd in corporate identity en packaging en wordt betrokken bij de ontwikkeling van beeldmerken voor een groot aantal bedrijven, zoals New York Stock Exchange, National Steel, Avis, Hershey Foods, Horace Mann Educators, Gilette, John Hancock, Corn Products, Transamerica, Flextrac Nodwell.

Platenhoes Solid State

Triangle Conduit Annual Report, 1965

Over het Canadese Flextrac Nodwell vertelt Henk: “Dat bedrijf in Calgary produceerde grote machines op rupsbanden voor de bosbouw. De presentatie van het nieuwe logo vond plaats tijdens de aandeelhoudersvergadering van General Dynamics, waarvan Flextrac Nodwell een onderdeel was. Op weg naar de zaal in Rockefeller Center zag ik door de openstaande deuren foto’s van allerlei oorlogstuig tentoongesteld. Hoewel het ontwerp met applaus werd ontvangen besloot ik er wegens gewetensbezwaren niet verder aan mee te werken. Ik was fel tegenstander van de oorlog in Vietnam.”

Na drie-en-een-half jaar in New York willen Henk en Machteld meer van Amerika zien. Ze besluiten tien weken door de Verenigde Staten, Mexico en Canada te gaan reizen. Twee weken vakantie voor werknemers is al veel in Amerika – tien weken is ondenkbaar. Henk neemt ontslag.

Ze trekken in hun Volvo stationwagon richting het zuiden en via New Orleans naar Mexico en bezoeken door het hele land de indrukwekkende overblijfselen van de Maya, Toltec en Olmec cultuur. Terug uit Mexico op weg naar het noorden via de Grand Canyon en Death Valley stoppen ze in Los Angeles bij het bureau van Saul Bass, een van de meest geprezen Amerikaanse ontwerpers. Henk krijgt een goede baan aangeboden. Hij zal gebeld worden als hij weer terug is in New York.

Enkele weken later, nadat de reis via San Francisco, Chicago, de Canadese steden Ottowa, Montreal en Quebec geëindigd is in de Lower East Side in New York, gaat de telefoon. “Hank, are you coming?” Het antwoord is een ondubbelzinnig ‘Yes’ en Henk rijdt met zijn Volvo weer naar de andere kant van het land. Machteld regelt de verhuizing en volgt later.

Henk wordt als ontwerper en projectmanager betrokken bij de introductie en implementatie van de nieuwe huisstijl voor Bell System, het grootste telecombedrijf van Amerika in die jaren. “Saul Bass was god. Beroemd van zijn filmposters en leaders. Maar hij is de meest sociale werkgever die ik heb gehad. Alle medewerkers deelden mee in het succes van het bureau”.

Machteld en Henk wonen in Beverley Hills, maar vinden het uitgestrekte Los Angeles in vergelijking met New York een saaie en lelijke stad. “Na een half jaar werd ik benaderd door Unimark International, op dat moment de beste en grootste ontwerporganisatie, met vestigingen in onder andere Chicago, New York, Londen en Milaan, om bij een nieuw te starten bureau in San Francisco te komen werken. Hoewel Machteld in verwachting was, hoefden wij daar niet lang over na te denken. We vonden een ruime etage in Sacramento Street, in de buurt van Golden Gate Park, naast het Children’s Hospital, waar niet veel later onze dochter Tessa is geboren.”

Samen met de Nederlandse ontwerper Pieter van Delft en Bob Robb werkt Henk Cornelissen aan de huisstijl van Memorex, producent van computertapes en één van de eerste technologiebedrijven in Silicon Valley (dat toen nog niet zo heette). Hij ontwerpt onder andere de bewegwijzering voor het hele complex.

“San Francisco en omgeving waren geweldig, maar toen ik in 1971 een brief kreeg van Jan Begeer met het aanbod om twee dagen per week les te komen geven in Breda wist ik meteen dat ik dat zou gaan doen. Zes jaar in Amerika was genoeg.”

St. Joost 2
Als Henk als docent begint op St. Joost zijn de afspraken over de rolverdeling binnen de afdeling Grafische Vormgeving duidelijk. Henk: “Jan Begeer deed de gevoels-matigheden van het ontwerpen en ik deed de wetmatigheden en vormonderzoek. Ik was de eerste jonge docent en had vanuit Amerika de mentaliteit ‘the sky is the limit’ meegenomen. Voor mij stond vast dat er gepubliceerd moest worden, dat de studenten buiten de school moesten treden.”

Vandaar dat zijn opdrachten steeds worden afgesloten met een geheel door de studenten te verzorgen publicatie. Henk is in zijn benadering sterk conceptueel gericht, maar vindt het daarnaast belangrijk dat de studenten ook voldoende vaardigheden ontwikkelen.

“De eerste jaren heb ik veel vorm- en structuuroefeningen gedaan. Mijn uitgangspunt was dat een opdracht een totaalproject moest zijn, dat wil zeggen dat het ontwerp-gedeelte werd opgevolgd door een realisatiegedeelte, een product. Ik heb het altijd belangrijk gevonden dat studenten ook praktische en professionele ervaring kregen in het uitvoeren van hun ideeën. Ik kreeg daarbij de volle medewerking van de goed geoutilleerde werkplaatsen onder leiding van Kees de Kok, Jo Keizer en Piet Cuunders.”

Vormstudies Academie St Joost, links 7 1971, midden 8 1973-1974, rechts 9 1974-1975

Cornelissen & Kruijsen/Ontwerpers
Naast zijn docentschap op de academie werkt Cornelissen als zelfstandig ontwerper in Breda. Zijn beste klant daar is Ars Longa, kunstnijverheid, binnenhuisarchitectuur en woninginrichting. Hij ontwerpt de huisstijl: logo, brief- en pakpapier, draagtas en de uit emaille borden bestaande gevelbelettering.

Tentoonstelling en poster door Cornelissen & Kruijsen/ Ontwerpers, voor de 50e verjaardag van het PTT Post Museum, 1979

Groepsfoto: Henk Cornelissen, Karel Kruijsen, Frans Bevers en Ton Homburg, 1977

In 1975 start hij met oud-student Karel Kruijsen een ontwerpbureau voor grafische en ruimtelijke vormgeving onder de naam Cornelissen & Kruijsen/Ontwerpers. De eerste opdracht, een tentoonstelling voor de Berlage Prijs in Pulchri Studio in Den Haag (1975), komt via Ootje Oxenaar, hoofd van de Dienst Esthetische Vormgeving PTT, voor veel ontwerpers uit die tijd een belangrijke opdrachtgever.

Er volgen opdrachten voor de postzegels ter gelegenheid van de veertigste Vierdaagse Nijmegen, honderd jaar tandheelkundig onderwijs en de PTT Agenda’s van 1982 en 1983 (met illustraties van Ton Homburg). Voor het vijftigjarig bestaan van het Postmuseum in 1979 ontwerpt het bureau de tentoonstelling, het affiche, een postkaart en een poststempel. Het ruimtelijk deel van deze tentoonstelling wordt gedaan samen met Frans Bevers, die in 1976 was aangetrokken voor de verbouwing en inrichting van het voormalige V&D warenhuis tot Openbare Bibliotheek van Breda (1978), een groot interieurproject waarvan ook de gecompliceerde bewegwijzering deel uitmaakt.

Werk van Cornelissen & Kruijsen/Ontwerpers,
1975-1983

Andere opdrachtgevers zijn onder andere Schapers–Oome–Brabant Groen, Record Service Benelux, Brabant Biennale, Van Gurp bloemisterij, tijdschrift Doe Het Zelf, Stadsschouwburg Eindhoven, EADI. Het ontwerp van de huisstijl en met name het briefpapier voor deze ‘European Association of Development, Research and Training Institutes’ rekent Henk tot zijn beste werk. Voor de Herwig Tuinplanten Encyclopedie en de Herwig Kamerplanten Encyclopedie ontwerpt hij niet alleen het omslag en binnenwerk maar ook een serie van 25 symbolen die per boek ongeveer veertig pagina’s tekst vervangen.

Van een tweemans zaak groeit Cornelissen & Kruijsen/Ontwerpers uit tot een studio met naast Henk en Karel zes medewerkers, waaronder Frans Bevers, Ton Homburg en René Pijnenburg. Na acht jaar komt er een einde aan de samenwerking, drie jaar later dan bij de start onderling was afgesproken.

Poster Brabant Biennale, 1976

Huisstijl Ars Longa,1973-1976

Huisstijl EADI, 1979

Maastricht en Hilversum
Van 1983 tot 1985 is Cornelissen verbonden aan de Jan van Eyck Academie in Maastricht, waar hij kunstenaars begeleidt bij het maken van kunstenaarsboeken. Aan de diepgaande gesprekken over het werk bewaart hij goede herinneringen. Het zal ook een ervaring blijken die van belang is voor de richting die hij later zal uitgaan.

In 1984 neemt Henk afscheid op St. Joost om hoofd van de ontwerpafdeling van de NOS te worden. Hij geeft daar leiding aan ruim veertig medewerkers die leaders maken voor bijna alle omroepen. Naast het verdelen van de opdrachten en het aansturen van de ontwerpers is hij veel tijd kwijt aan gesprekken met programmamakers en aan budgettaire besprekingen. Hij werkt er met een aantal interessante ontwerpers, zoals Frans Lasès, Ron van Roon en Ko Sliggers. Henk voelt zich door de toenemende commercialisering echter niet op zijn gemak in Hilversum. Ook mist hij het onderwijs. De dagelijkse reis tussen Breda en Hilversum gebruikt hij om opdrachten voor zijn studenten te bedenken. Studenten die er op dat moment niet zijn, maar die snel weer in beeld zullen komen.

St. Joost 3
Binnen een jaar neemt Henk ontslag bij de NOS en gaat terug naar de kunstacademie in Breda, waar hij Jan Begeer opvolgt als docent en als afdelingsvoorzitter. Samen met Hartmut Kowalke en Geert Setola wordt verder gebouwd aan de uitstekende reputatie van de opleiding in binnen- en buitenland. Henk zal dat vijftien jaar lang doen, totdat hij in 2000 samen Hartmut Kowalke definitief afscheid neemt van St. Joost.

Royal College of Art, Londen. Henk met Geert Setola en de studenten Hans Arnold, Vincent van Baar, Berry van Gerwen, Jaap de Jonge, Michel van der Sande, Bernadet Willemen en Giet Zwetsloot. Geheel links Dan Fern, de gastheer. 15 januari 1981

Henk met Berry van Gerwen en studenten. Olympische spelen en Human Rights, 2000

In deze tweede St. Joost-periode spelen de inhoudelijke aspecten een grotere rol bij zijn opdrachten. Prachtige uitgaven van de resultaten ervan volgen, zoals Bijna Zwart (1986), 28x28x28 (1987), Pijlen/Arrows (1992), Paren en Tegenstellingen (1994), Beeldtekens (1994/95), De Enige Echte (1997). Deze publicaties, een actief stagebeleid en succesvolle deelnames aan internationale affichewedstrijden zoals L’Eau, L’Europe, L’Environnement (Parijs, 1990), Football, Culture du Siècle (Parijs,1998), De Olympische Spelen en de rechten van de mens (Melbourne, 2000) maken dat de opleiding gezien wordt als de beste in Nederland. Het Franse tijdschrift Azimuts wijdt een artikel aan de afdeling onder de naam ‘Le graphisme à Breda’ (nr. 3, 1992).

Publicaties Academie St Joost, afdeling Grafische Vormgeving, 1986-1997

Poster, Dennis Bellone challenging Jan Hoet, Fight For Art, 1999

Vermeldingswaardig is een project dat nog nooit door iemand is gezien en waarvan niemand behalve de makers weet waar het is uitgevoerd. Als bekend wordt dat de Academie St. Joost gaat verhuizen besluit Henk onder de titel Future Archeology iets achter te laten in de omgeving van het gebouw. Uit de ideeën geleverd door studenten valt de keuze op het voorstel van Chrisjan van Tiggelen om een grote peul te maken met daarin dertien bonen, één van elke deelnemer. Diep in de nacht wordt op een geheime plek de enorme in brons gegoten peul begraven. De boon die Henk bijdraagt is gemaakt van een stuk kool meegenomen uit de kelder van het Bauhaus: de energie van Dessau. Henk vertelt enthousiast en met jongensachtig plezier over deze actie, maar details laat hij niet los. Het blijft het geheim van Breda.

Kerst- en Nieuwjaarszegel 1987/1988
In 1987 wordt Henk gevraagd om een Kerstzegel te ontwerpen voor de PTT. Nederland is één van de weinige landen die nog nooit een Kerstzegel heeft uitgebracht. De reden daarvoor is een politieke: de scheiding van kerk en staat. De oorspronkelijke opdracht is dan ook om twee zegels te ontwerpen: een christelijke en een niet-christelijke. Henk is het – na aanvankelijk te zijn meegegaan in deze gedachte – niet eens met de opdrachtstelling. Hij overtuigt de opdrachtgever dat het eigenlijk niet gaat om een Kerstzegel maar om een eindejaarszegel.

Kerst en Nieuwjaar zijn voor hem feesten van het licht. Hij ontwikkelt een stippen-structuur gebaseerd op de horizontale en verticale tanding van de zegel. De stippen worden naar de randen en hoeken toe steeds kleiner. Door middel van kleurgebruik ontstaan er steeds andere betekenissen: kaarsvlam, kerstster, vuurwerk. Voor het eerst brengt de PTT geen postzegelvel uit maar een boekje met twintig zegels. Uit de honderden varianten die hij heeft ontwikkeld kiest Henk er vijf uit. Hij bezorgt Nederland niet alleen een prachtige serie postzegels maar zichzelf ook een nieuw leven.

Op zolder
“De ervaring van het eindeloos schetsen en variaties maken die ik opdeed bij het ontwerpen van de postzegel vond ik geweldig boeiend. Ik realiseerde me dat ik daarmee zou moeten doorgaan. Na die zegel besloot ik: ik stop met ontwerpen in opdracht. Als er beperkingen zijn dan bedenk ik ze zelf en laat ze niet door een ander opleggen. Ik ga voortaan alleen nog maar vrij werk maken.”

Nu (2022), 34 jaar en ruim 700 werken later, doet hij dat nog steeds. Elke dag verdwijnt hij rond 10.00 uur naar het atelier op de bovenste verdieping van zijn huis en werkt er vaak tot laat in de avond aan zijn toevalsstructuren.

Vrij werk, 2001
Zie meer op www.henkcornelissen.nl

“Soms is er een inhoudelijk aanleiding – zoals een berichtje in de krant, de Amerikaanse verkiezingen, mijn rookverslaving – maar meestal zijn het formele uitgangspunten. Voordat ik een potlood (of wat dan ook) op papier zet, probeer ik iets uit in mijn aantekenboeken. Op basis daarvan neem ik een beslissing. Ik besluit dus van tevoren exact wat ik zal gaan doen. Maar altijd zit daar een toevalsfactor in: dat kan een dobbelsteen zijn, een tijdsafspraak, of een hoeveelheid. Ik houd me strikt aan die zelfbedachte afspraken. Dus eigenlijk is het enige dat mij kan verrassen de toevalsfactor: ik weet nooit precies hoe het eruit zal komen te zien. In ieder geval wordt het geen automatische herhalingsstructuur die over het hele vel hetzelfde is. Het formaat van het vel papier ligt wel vast. Dat is altijd liggend 50 x 65 cm.”

Vrij werk, 2012
Zie meer op www.henkcornelissen.nl

Toeval
In 1992 besluit Cornelissen het toeval letterlijk uit te dagen door de letters T, O, E, V, A en L te koppelen aan de ogen van een dobbelsteen. Hij moet 1, 2, 3, 4, 5 en 6 achter elkaar gooien om het woord ‘TOEVAL’ te vormen. Op het gebruikelijke vel papier van 50 x 65 cm wordt elke worp met letters gestempeld. Elke 6 worpen vormen een woord, gevolgd door een spatie, 18 woorden per regel, 48 regels per vel, 9 vellen per jaar, elk jaar in een andere kleur gestempeld. Kansberekening bepaalt de kans op het woord TOEVAL in zes worpen op 1 op 279.936. Op donderdag 9 januari 2003, om 14.12 uur, op het 100ste vel, na 516.228 worpen viel in het bijzijn van zijn vrouw het verlossende woord.

Video over het project TOEVAL, gemaakt door P&P regisseurs, Breda

Als vervolg heeft Cornelissen in de jaren na 2003 alle 86.038 mogelijke woorden geregistreerd op zes nieuwe bladen. Hierop is te zien welke woorden niet, wel en hoe vaak zijn gevallen. Het levert een adembenemende grafische presentatie op. Het totale project wordt in 2008 tentoongesteld in de Stadsgalerij tijdens het Graphic Design Festival Breda op uitnodiging van Dennis Elbers, de organisator van het festival. Het jaar daarvoor had Henk Cornelissen de Cultuurprijs van Breda ontvangen voor het op de kaart zetten van Breda als stad van de grafische vormgeving.

De wereld
Henk en Machteld hebben veel van de wereld gezien: naast de Verenigde Staten, Mexico en Canada reisden ze naar Marokko, de Noordkaap, Ierland, Zuid-Italië, Griekenland en Oost-Turkije. In ruim vijftig jaar versleten ze een Ford Transit, een Mercedes bus, een Volkswagen Transporter en een Peugeot Boxer. Toch brengt Henk vanaf 1988 het grootste deel van zijn tijd door op zijn werkzolder in Breda, een zelfgekozen isolement.

“Ja, dat heeft te maken met het feit dat ik vroeger, toen ik nog heel jong was, twee dingen met mijn leven wilde doen. Ik wilde óf iets betekenen in de wereld als zendeling, bijvoorbeeld in het onderwijs, óf me terugtrekken in een heel streng klooster. Als ik nu terugkijk dan zie ik dat ik het eerste deel van mijn leven heb gewijd aan de maatschappij via het onderwijs en mijn werk als grafisch ontwerper. In het tweede deel heb ik me teruggetrokken, niet in een kloostercel maar op mijn eigen zolder, waar ik alleen maar aan mijn werk hoef te denken.”

Machteld
Vanaf de eerste dagen in New York tot aan de jaren die Henk op zijn zolderkamer doorbrengt is Machteld er altijd geweest. Het zal niemand verbazen dat ook dit een onderwerp voor een project blijkt te zijn. Sinds ze samen zijn maakt Henk voor haar verjaardag een ruimtelijk object. Inmiddels is er een indrukwekkende serie ontstaan die van veel meer getuigt dan zijn liefde voor reeksen, getallen en systemen.

Docenten St. Joost, 1994. Staand: Geert Setola, Hugues Boekraad, Henk Cornelissen, René Pijnenburg, Paul van ‘t Hullenaar, Bas Wilders. Zittend: Hartmut Kowalke, Rens Holslag, Dominique Ampe, Jaap van Triest


Henk Cornelissen
geboren op 27 augustus 1941, Ginneken en Bavel


Auteur: Frans Bevers, september 2022
Eindredactie: Sybrand Zijlstra
Portret foto: Aatjan Renders